Teeltverslag Buckfast Teeltgroep Flevo 2017
Het Bevruchtingsstation
Dit jaar hadden we een mooie start van het seizoen met de bijen, geleidelijk steeds mooier weer. De darrenvolken gingen mooi van start. Maar helaas kregen we van moeder natuur vanaf half april een koude periode over ons heen. Dit heeft de ontwikkeling van de volken ernstig belemmerd. Door intensief voeren met honing en stuifmeel bleven ze wel op peil. Voor de bijenvolken was het door de kou tegennatuurlijk om darrenbroed aan te zetten en door de lange koude periode in die tijd was het moeilijk de darrenraat geheel belegd te krijgen. Ondanks de slechte omstandigheden is dit toch redelijk gelukt. Dit heeft ertoe geleid dat we de eerste periode op het bevruchtingsstation iets minder darren hadden dan we zouden willen.
Uit alle zusters van de LJ 45 hebben we de 13 beste volken geselecteerd om als darrenvolk te dienen. In 2016 hadden we de LJ 45 gekozen om haar goede eigenschappen. Deze bijenvolken hebben een uitstekend broednest, ze zijn zachtaardig en hebben een prima haaldrift en zijn zwermtraag. Een andere goede eigenschap van de LJ 45 is een goed hygiënisch gedrag. Ook is de genetische oorsprong van deze darrenlijn een andere dan die van de darrenvolken van 2015 en 2016, er is geen verwantschap.
Op 3 juni startte de eerste bevruchtingsronde met 145 kastjes. Dit waren er iets minder dan er waren aangemeld. De koninginnenteelt was bij sommige imkers niet goed gelukt. De eerste ronde was het weer voor een goede bevruchting wat wisselend. Eerst twee heel mooie dagen, daarna vier mindere dagen. In de tweede week was het weer beter. De bevruchtingsresultaten waren grillig, uiteenlopend van 0 % tot 75 %. Van alle kastje waarvan de resultaten zijn terug gemeld, is niet meer dan 57% gelukt.
Op de wisseldag 17 juni startte de tweede ronde niet met mooi weer. De week erna was het warm en zonnig, dus ideaal. Door de tegenvallende koninginnenteeltresultaten zijn er de tweede ronde minder kastjes gebracht. De laatste dagen van deze ronde was het weer wisselvalliger. Van alle gemelde resultaten van deze ronde was het bevruchtingspercentage 74%.
De derde ronde werden er ook minder kastjes gebracht dan waren aangemeld. Dit was de ronde met de meeste dagen goed weer voor een goede bevruchting. Jammer genoeg waren de resultaten niet hoger dan 71% bevrucht van de teruggekoppelde cijfers.
Het gemiddelde resultaat is dit jaar lager dan we gewend zijn. Opvallend is wel dat er grote verschillen zijn tussen de verschillende imkers. Ook dit jaar waren bij een ervaren imker 100% van de koninginnen bevrucht, terwijl bij een andere imker niets geslaagd was in dezelfde periode.
Voor de darrenlijn van 2018 hebben we kunnen overlarven van de B11(MM). Deze lijn wordt ook door Landesverband Nordrhein-Westfälischer Buckfastimker gebruikt als darrenlijn voor hun KI dag in Havixbeck in 2018. Deze koningin valt op door haar grote vruchtbaarheid wat resulteert in een zeer sterk volk, vroegbroedend en goede uitwintering en hoog hygiënisch gedrag.
VSH teelt
In 2017 zijn wij weer verder gegaan met de VSH teelt. In de winter hadden zich een aantal imkers aangemeld om mee te doen en om een paar kastjes te verzorgen. Daar zijn wij heel blij mee.
Helaas hadden wij veel pech. Zo teelden wij in 2016 3 koninginnen met 75% VSH geteeld maar het was niet gelukt om ze de winter door te krijgen. Wat overbleef was een koningin met 62,5% VSH en een aantal koninginnen van een andere lijn die standbevrucht waren en daarom alleen als darrenleverancier konden dienen.
In maart hadden we al darrenbroed in een geselecteerd darrenvolk voor onze 62,5% koningin. Misschien tegen beter weten in, het was al koud, zijn we eind april begonnen met de koninginnenteelt maar dat verliep heel moeizaam en leverde veel te weinig koninginnen op. We wilden met opzet vroeg telen voor de SDI volkjes om zo nog een nateelt te kunnen doen in juli of augustus.
Door het mislukken van de teelt in april moesten we een maand wachten voor we verder konden. We hebben uiteindelijk 2 series gemaakt, de koninginnen geïnsemineerd met sperma van 1 dar, de SDI´s opgekweekt in MiniPlus kastjes tot het volkje 1 rompje groot was. Daarna de volkjes besmet met een honderdtal mijten en na 12 of 13 dagen de zich vermeerderende mijten geteld in het broed met paarse ogen. Dat is de leeftijd waarop het VSH gedrag zich moet hebben gemanifesteerd.
Uiteindelijk vonden wij 1 volkje met 50% VSH, 1 met 62,5% VSH en 1 met 75% VSH, waarmee weer aangetoond is dat VSH gedrag vererfd. Deze 3 volkjes hebben we daarna versterkt met andere, niet met varroa besmette, bijen en raampjes gesloten broed om het verlies, wat optreedt door het tellen, te compenseren. Vervolgens hebben we ze ingewinterd.
Hopelijk overleven deze volken nu wel de winter en kunnen we in 2018 van deze volkjes gebruik maken en lukt het om meer volkjes te maken.
November 2017, Nico Florissen en Martin Klein